Vaccinatie Bij Chronisch Inflammatoire Aandoeningen Lci Richtlijnen
De voorkeur gaat daarom uit naar conjugaatvaccins boven polysacharidevaccins, als duidelijk wordt dat een patiënt ten gevolge van de behandeling van een chronisch inflammatoire aandoening langdurig een verhoogde gevoeligheid voor infecties zal houden. In meerdere onderzoeken is wel de vaccinatierespons, ofwel de immunogeniciteit, vergeleken tussen PCV13 en PPV23, waarbij PCV13 meestal immunogener werd bevonden 64, 65. Echter, bij immuungecompromitteerde patiënten is de pneumokokkenvaccinatierespons bij beide vaccins afgenomen door het gebruik van immuunsuppressiva en is de initiële vaccinatierespons op PCV zelfs minder dan die bij PPV23 61. Ook is onbekend of het initiële verschil in serologische vaccinatierespons resulteert in verschillen in klinische effectiviteit. Om de effectiviteit van een vaccinatie of vaccinatieserie te bepalen wordt titercontrole aanbevolen 4-6 weken na vaccinatie. Bereikte antistoftiters boven de correlate of protection peptides bij een individu impliceren niet one hundred pc bescherming.
- Naast immuunsuppressiva zijn er andere medicijnen die een anti-inflammatoire werking hebben en frequent worden voorgeschreven bij chronisch inflammatoire aandoeningen (bijv. NSAID’s, chloroquine).
- Rituximab elimineert het immunologisch geheugen niet volledig, omdat niet alle memorycellen geëlimineerd worden en bijvoorbeeld na tetanusrevaccinatie adequaat gebooste antistoftiters wordt gemeten 148.
- Naast memorycellen, die voor de anamnestische respons zorgen, zijn er specifieke plasmacellen nodig die ooit ontstaan zijn uit B-cellen na blootstelling aan een pathogeen of een vaccinantigeen.
- We willen je de greatest mogelijke winkelervaring garanderen, onthouden wat er in je winkelwagen zit en wat je favoriete producten zijn zonder dat je elke keer hoeft in te loggen, en snel vinden wat je zoekt op onze site, waardoor je veel klikken bespaart.
Wel is er bij kleine groepen van deze patiënten onderzoek gedaan naar surrogaatmarkers van effectiviteit, vooral antistoftiters en soms ook cellulaire respons na vaccinatie. Het gebruik van immuunsuppressiva kan zowel de humorale als de cellulaire immuunrespons verminderen; males gaat ervan uit dat dit gepaard gaat met een minder hoge mate en minder lange duur van bescherming tegen infecties. Voor de meeste andere immuunsuppressieve middelen die niet zijn opgenomen in Tabel four.1 is minder bekend over het infectieziekterisico en de vaccinatierespons tijdens gebruik. Vanwege het ontbreken van veiligheidsdata zijn bij gebruik van de immuunsuppressiva in Tabel 4.4 de levend verzwakte vaccins altijd gecontra-indiceerd vanwege het risico van een mogelijke infectie met een vaccinstam. Een indirect bewijs dat de humorale immuniteit niet adequaat is, blijkt uit meerdere gevallen van hepatitis B-reactivatie bij gebruik van anti-TNF, anti-CD20, abatacept, ustekinumab en mogelijk bij tocilizumab 97, 98.
Vaccinatierespons Bij Immuunsuppressiva
Tijdens gebruik van de meeste immuunsuppressiva kan bij een onderdrukte afweerrespons bij primovaccinatie met een levend verzwakt vaccin een infectie met de vaccinstam optreden met ziekte en/of secundaire transmissie tot gevolg. Zie ook de evaluate door Croce et al 51 voor non-fatale infecties na vaccinatie. Dit is een van de redenen waarom er altijd een periode van minimaal 4 weken tussen vaccinatie met levend verzwakte vaccins en start van immuunsuppressiva moet worden gehanteerd.
Peptiden/ Toebehoren
Vaccinatie tijdens of in de 6 maanden na staken van rituximab wordt niet zinvol geacht. Het strikte gebruik van onderzoekchemicaliën is enkel en alleen voor in-vitrotesten en laboratoriumexperimenten. Invoering op welke manier dan ook bij mensen of dieren is strikt verboden bij moist.
Voor levend verzwakte vaccins wordt een interval van minimaal four weken tussen vaccinatie en begin van immuunsuppressiva aanbevolen en voor geïnactiveerde vaccins minimaal 2 weken 40. Als al gestart is met immuunsuppresiva kan met Tabel 3.1 en Tabel 3.2 worden beoordeeld of vaccinatie nog effectief en/of veilig is. Patiënten die immuunsuppressiva gebruiken hebben een hoger risico op het oplopen van bepaalde infecties en een gecompliceerder beloop van infecties.
0 Comment